Ook ik ben maar een mens….
Ik mag dan wel pretenderen als coach anderen te kunnen helpen met allerhande issues, natuurlijk heb ik zelf óók mijn zwakheden en triggers.
Zo werd ik daar deze week ook weer eens serieus mee geconfronteerd.
Één van mijn triggers is vertrouwen. Of beter gezegd: Het gebrek eraan. En dan bedoel ik het vertrouwen in anderen. In de goede bedoeling van anderen, om precies te zijn.
Hier heb ik de afgelopen jaren hard aan gewerkt, en waar ik vroeger direct een “wat mot je” houding aanname bij huis -aan huis- verkopers, iemand die hulp aan bood verdacht van secundaire bedoelingen, mannen altijd verdacht van louter seksuele intenties, ben ik daar de afgelopen jaren een stuk milder in geworden.
Ik heb mogen ontdekken dat de wereld ook mooi en goed kan zijn, als je maar vanaf de juiste plek staat om het uitzicht te bewonderen. Zodat je het mooie van het lelijke kan onderscheiden.
En die plek is doorgaans daar waar het “goed voelt”.
Maar daar wordt het meteen ingewikkeld.
Ik had de laatste jaren een bijzondere vriendschap opgebouwd met iemand. Iemand die mij leerde kennen in de Wat- mot- je tijd. Waar ik al mijn twijfels en wantrouwen op los liet . Die ik op afstand hield omdat er zomaar slechte bedoelingen achter zouden kunnen zitten.
Toch bleven we contact houden. Spraken elkaar af en toe, en langzaam kroop ik uit mijn schulp. Ik gaf langzaam toe dat ik wel wat érg voorzichtig was, en vertelde over mijn wantrouwen, dat voortkwam uit angst om gekwetst te worden. Mijn hele leerfase lang hadden we af en aan contact. Soms een jaar of twee niet, soms een paar maanden wel. Dat was prima zo.
Naar mate ik meer leerde over mezelf kwam ik erachter dat ik meer naar mijn gevoel en onderbuik moest luisteren. Dat ik minder moest nadenken, analyseren en willen begrijpen. Meer voelen. En dat lukte, steeds beter. Ik merkte dat ik me veel meer open stelde naar anderen. Me vooral kwetsbaarder durfde op te stellen. Meer durfde te vertellen, ook als het even minder ging.
Ik hield er mooie vriendschappen aan over, en anderen verdwenen juist omdat ik dat deed. En dat was óók ok. Want ik voelde me er goed bij.
Toch worstelde ik soms nog met het voelen en nadenken. Ik ging mezelf bijvoorbeeld vragen stellen als: Ben ik nu voorzichtig omdat ik die trigger nog steeds heb, of valt dit onder de categorie ”gezond wantrouwen?”. Ik voelde me soms schuldig omdat ik toch deze vragen bleef houden, en bleef mezelf voorhouden dat ik nog veel werk te verrichten had wat dat betreft.
Afgelopen week kwam ik erachter dat de bewuste vriendschap die ik dacht te hebben gebaseerd was op slechte intenties. Dat het contact dat we hadden niet bedoeld was uit vriendschap, maar dat er ander zaken meespeelden, waarvan ik niets wist. Of eigenlijk..ik had wel twijfels gehad, maar ze uitgesproken in het kader van mijn leerproces. En dat werd met verdriet ontvangen. Hoe kwam ik erbij?? Ik ontdekte dat mijn gevoel had geklopt. Dat veel dingen onjuist waren. Dat mensen nog steeds oneerlijk kunnen zijn.
De klap kwam hard aan. Heel hard. Enerzijds omdat mijn “angst om gekwetst te worden” weer als een vulkaan mijn lijf door spoot, anderzijds omdat ik gefaald had. Gefaald had te luisteren naar mijn gevoel. Mijn intuïtie, dat jarenlang alarmbelletjes heeft laten afgaan heb ik genegeerd, omdat ik mijn eigen trigger de “baas” wilde blijven. Terwijl ik zonder me het te beseffen, weer mijn oude patroon had opgepakt; namelijk het weg beredeneren van mijn onderbuik gevoel.
Dat wat nu op volle kracht zijn werk deed, had ik genegeerd. En dat doet fucking veel pijn.
Het goede nieuws in dit pijnlijke verhaal is, dat we wel degelijk groeien. Dat we ons ontwikkelen als we aan onszelf werken. Al zien we het soms niet meteen. Jij, ik, mijn cliënten, als we blijven werken aan ons zelf boeken we vooruit gang. Ook ik heb vooruitgang geboekt met deze trigger. Want waar ik vroeger helemaal het risico niet was aangegaan om op mijn bek te gaan, heb ik dat nu wel genomen. Ik heb er hele mooie mensen aan overgehouden. Prachtige banden opgebouwd. Mooie verhalen ontdekt. En ik heb vertrouwen gekregen in mensen. Ondanks alles.
Als we nooit opgestaan waren hadden we nooit leren lopen.
Ik ben nu een keer op m’n bek gegaan. Maar sta ook weer op. Want als je staat zie je pas hoe mooi de wereld is.
Misschien vind je dit ook interessant: