Voor de meesten van ons zit de vakantie er alweer op. Ondanks het prachtige weer hebben we doorgaans toch maar twee of drie weken écht vrij. Het helpt natuurlijk dat de dagen langer zijn, maar ook die zijn al weer op de terugweg, dus we stevenen heel langzaam en ongemerkt weer op de routine van het jaar af. Die geweldige zomerbreak waar we het hele jaar naar uitkijken is in een oogwenk voorbij.
En dan “moeten “we weer. Diep ademhalen en weer gáán.
Zelf had ik aan die 2 weken rust eigenlijk nooit genoeg om mijn batterijen weer volledig op te laden. Als ik al direct op vakantie ging nam de stressfactor juist toe: Op het werk wilde ik alles afronden. Alle kleren wassen. Strijken. In koffers ( en het moet er in passen! ) Het huis wilde ik schoon achterlaten. De benodigde spullen bij elkaar rapen. Zijn alle paspoorten in orde? Op een onmenselijk tijdstip in de nacht vertrekken. Ongezond lang rijden. Overnachten in een vreemd bed, en de volgende dag gesloopt aankomen op bestemming. De eerste 48 uur tolde mijn hoofd nog van het slaaptekort. Het ontstressen kostte me ook wel een dag of twee. Maar daarna natuurlijk alle aandacht voor de kinderen. Want tenslotte wilde ik vooral dat zíj genoten. Om dan eindelijk zelf ook dat vakantiegevoel te voelen.
Nee, dan was thuisblijven in mijn vakantie “rustiger”. Ik hoefde niet op reis. Geen inpak- of snelweg-stress. Dan bedacht ik me dat ik de zolder eindelijk eens ging opruimen. Of de achterstallige was wegwerken. De voorraad strijkgoed moest dan natuurlijk ook. De tuin een échte opknapbeurt geven. Net als de buitenboel schilderen of de winterkleren uit mijn kast halen. (!) Zonder te vergeten leuke dingen te doen met de jongens. Want hey, dat vakantiegevoel moeten ze wel hebben!
Zo waren de vakanties vaak geen twee weken volledige rust. Maar een periode waarin ik ofwel druk was met de reis. de kinderen, ofwel met de klussen thuis. Ongeacht de invulling van mijn vrije weken, de overtuigingen in mijn hoofd over hoe en wat ik allemaal moest gingen mee.
En net als mijn telefoon, laadde ook ik steeds langzamer op. Tot het moment dat mijn batterij niet meer wilde, en het geen vakantie meer heette, maar een Burn Out. Een periode waarin je niets anders kan doen dan NIETS. Simpelweg omdat zelfs het plannen maken al teveel energie kost.
Tijdens die Burn Out ontdekte ik dat ik al die jaren een koffer vol overtuigingen had meegezeuld. Overtuigingen over alles wat moest. Wat het verstandigst was. Wat ik eiste van mezelf en wanneer het “goed genoeg” was. Een soort van energie vretende app die mijn batterij dagelijks, wekelijks, maandelijks leeg zoog. Ook tijdens vakanties. En mij het zwijgen had opgelegd door de connectie te verbreken.
Ik ben hersteld. Deze telefoon draait weer als een malle. De app verwijderd, kan ik weer draaien op volle toeren. En belangrijker nog, hij doet wat ík wil.
Tegenwoordig heb ik dagelijkse, wekelijkse “vakantie” momenten. Momenten die mij energie of rust geven. Waarin ik niets moet of waarbij het “goed genoeg” is. Momenten waar ik blij en enthousiast van word. Die koffer vol overtuigingen heb ik bij het grofvuil gezet. Dat ruimt lekker op, en geeft me zoveel vaker het ultieme vakantiegevoel.