
Het hart heeft zich vaak, vooral in het begin, gedragen als de grote zus. Niet zo heel gek, want van de twee functioneerde zij al heel snel zelfstandig. Daarom was en is ze extra zorgzaam van nature : Lief, altijd een luisterend oor. Betrokken en vergevingsgezind. Heel gevoelig en bescheiden. Altijd in voor leuke dingen en wil graag dat iedereen zich happy voelt.
Het hoofd is een beetje het eigenwijze kleine broertje: Wil altijd gelijk hebben, en vooral alles op zijn manier doen. Hij is wat dominant van aard, en overschreeuwt het zachtaardige hart regelmatig.
In praktijk betekent dat, dat het heel vaak gaat zoals het hoofd het wil. Haantje de voorste, staat hij direct met zijn mening klaar. Hij “weet het allemaal wel” en heeft alles al gewikt en gewogen, doordacht en geanalyseerd. Hij verwijt het hart impulsiviteit, naïviteit, en soms durft hij zelfs te beweren dat ze dom is. Nou, ga daar maar aan staan als hart.
Het hart doet haar best, maar wordt door haar bescheidenheid vaak niet gehoord. Tot haar grote frustratie en verdriet.
Bij belangrijke keuzes kan het écht wel eens uit de hand lopen : Het hoofd wordt vaak wat dominant en agressief, terwijl het hart op haar eigen wijze haar mening kenbaar probeert te maken; Ze roept, schreeuwt of huilt, gaat sneller kloppen of probeert op een passief agressieve manier met allerlei kwaaltjes als hoofd- of buikpijn zich te laten horen. Hoe dan ook, op haar bescheiden manieren zal ze er alles aan doen óók haar vinger in de pap te houden.
En eerlijk, als ze in zo’n strijd belanden, is het oorlog thuis. Ze kibbelen dan de hele dag door en zorgen voor slapeloze nachten en een gebrek aan energie. Het hart voelt zich hier het meest ongelukkig door. Die wil harmonie en houdt niet van ruzie. Terwijl het hoofd vooral heel koppig is, en vaak in een tunnelvisie belandt.
Wat je dan het beste kunt doen? Bemiddelen. Ze er samen uit te laten komen.
Want net als een broer en zus, houden hoofd en hart zielsveel van elkaar, en zullen hun leven lang met elkaar verbonden blijven.
Dus laat ze communiceren. Luisteren naar elkaar.
Laat ze elkaar in hun waarde laten, hoe verschillend ze ook kunnen aankijken tegen dingen. Respect tonen voor elkaars mening. Lief zijn voor elkaar, in plaats van elkaar de kop in te slaan.
Zij komen er samen uiteindelijk wel uit. Zolang jij ze er allebei maar de ruimte voor geeft.
Misschien vind je dit ook interessant: